Faam van heiligheid en zaligverklaringsproces van Dr. Alphons Ariëns

Hub Crijns, vice-voorzitter van het Ariëns-Comité,

verhaal van 31 mei 2024

Beste mensen, 

ik ben Hub Crijns en ik ben vice-voorzitter van het Ariëns-Comité. De voorzitter is Aartsbisschop Mgr. Eijk. Het Ariëns-Comité heeft als voornaamste taak het zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns verder te brengen, zodat er na de twee diocesane fases in een apostolische fase in Rome een afronding komt in de schriftelijke onderzoeksprocedure. We hopen en bidden dat al dit werk leidt tot een zaligverklaring van Alphons Ariëns. 

Veel van ons werk vindt u op onze site: www.arienscomite.nl. U vindt op de site ook alle informatie over ons doen en laten, over Ariëns en zijn historie. Als u uw interesse voor Ariëns wilt uitbouwen, bezoek de site. 

Ariëns is in het begin van zijn priesterloopbaan heel bekend geworden als kapelaan in Enschede en de tijd die hij daar heeft doorgebracht met de oprichting van de katholieke arbeidersbeweging en van Sobriëtas, de katholieke matigheidsbeweging. Daarna is hij pastoor in Steenderen geworden en daarna in Maarssen. Hij is in al die jaren bekend geworden als de emancipator van de katholieke zuil. Je kan in die tijd geen katholieke beweging vinden of Ariëns staat wel ergens aan het begin of in de zijlijn zijn zegen te geven dat het allemaal goed is dat de katholieken zichzelf organiseren. Hij is in de laatste periode van zijn leven actief geweest als missionaris, of verkondiger, of prediker van het geloof. Dat is wat minder bekend, maar daar ligt juist de grote kracht van Ariëns. 

Ik mag u nog iets vertellen over de faam van heiligheid en het zaligverklaringsproces van Dr. Alphons Ariëns. U bent waarschijnlijk nieuwsgierig naar hoe een en ander er momenteel voorstaat.

Overlijden van Ariëns

Het is op 7 augustus 2018 negentig jaar geleden dat Alphons Ariëns overleed op 68-jarige leeftijd in Amersfoort, en op dat moment begint de geschiedenis van de devotie en van het Ariëns-Comité. Prof. Gerard Brom schrijft een ‘In Memoriam’ in de kranten: “Een volstrekt éénig man, voor wien onze bewondering altijd grooter werd en voor wien onzen eerbied en onze liefde even sterk groeiden. Wat hij allemaal gedaan heeft mag een boek vullen, dat binnen een jaar verdient geschreeven te zijn. Want is er één leven voorbeeldig, dan dit ongelooflijk vruchtbaar leven, waarin de goede werken elkaar opvolgden als de woorden bij een ander.” Brom heeft het over eerbied voor Ariëns en na zijn dood is die alleen maar groter geworden. Hij is inderdaad de biograaf van Ariëns geworden. Hij schreef dit citaat in augustus 1928, maar de biografie in twee delen kwam pas in 1941 uit. Er moest daartoe nog heel wat werk verricht worden.

Faam van heiligheid en devotie

Het is opvallend dat al tijdens zijn leven en zeker in de laatste tien jaar van zijn leven vele katholieken er van overtuigd waren dat Ariëns een heilige was, en er ontstaat dan bij zijn leven al devotie. Na zijn overlijden reppen alle kranten van die week in de terugblikken dat een belangrijk man gestorven is, en ook een heilig man. Op 21 augustus 1928 wordt een Mgr. Dr. Ariëns-Comité opgericht om de nagedachtenis van de priester ‘op een waardige wijze blijvend te eeren’. Initiator en voorzitter is minister-president jhr. mr. C.J.M. Ruijs de Beerenbrouck. Hij is gedurende zijn leven vanuit de devotie de initiator van het op gang komen van een zaligverklaringsproces. Dit Ariëns-Comité heeft twee concrete doelen voor ogen: de oprichting van een standbeeld van Ariëns en het bouwen van een gedachteniskerk. Beide dienen in Enschede gerealiseerd te worden. De onthulling van het beeld geschiedt al in 1934, hetgeen voor die tijd heel erg snel is geweest. Zeker als je meeneemt dat het een heel kostbaar beeld is, ook voor die tijd. De in gebruikneming van de gedachteniskerk heeft langer geduurd. Pas in 1954 is de bouw klaar en wordt de Ariëns gedachteniskerk in gebruik genomen. Maar omdat een kerk niet genoemd kan worden naar iemand die nog niet zalig of heilig is, heet die dus anders in Enschede, nl. de Hl Hartkerk. Inmiddels is het helaas geen kerk meer, maar is het een onderdeel van een meubelhal geworden, en in dit korte verhaal vind je iets terug van de historie van de katholieke kerk. De bouw van die kerk heeft met het optreden van dit eerste Comité weinig meer van doen en hangt samen met de op gang gekomen initiatieven tot zaligverklaring, en komt later weer bij het Comité terug. In 1928 verschijnt ook het eerste bidprentje van Ariëns en er zullen er nog vele volgen in allerlei variaties.

Procedure van een zaligverklaring

Na de standbeeldonthulling in Enschede in juni 1934 informeert Ruijs de Beerenbrouck in januari 1935 te Rome naar de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de zaligverklaring van Ariëns mogelijk te maken. In Rome is de Sacra Congregatie voor de Riten verantwoordelijk voor de zalig- en heiligenverklaringen en zij is op 22 januari 1588 opgericht door Paus Sixtus V met de Bulle Immensa Aeterni Dei. De Sacra Congregatie voor de Riten behandelt zowel de zaken die te maken hebben met goddelijke devotie als de zaken rond zaligen en heiligen. Er zijn vier stappen te zetten in een kerkelijk proces, die elk leiden tot vier graden, te weten: Dienaar Gods, aangetoonde Eerbiedwaardigheid, Zaligverklaring en Heiligverklaring. Voor de zalig- en heiligverklaring zijn bijzondere tekenen vereist, die in een kerkelijke rechtbank zijn aangetoond. De vorming van een Comité en de benoeming van een postulator behoren tot de eerste vereisten van een diocesaan onderzoek, dat gedaan moet worden door het bisdom, waar de candidaat vandaan komt. Bij de aartsbisschop dient vervolgens het verzoek door het volk te worden ingediend om een proces te beginnen. Als dat is gestart, heeft het Comité de taak om de devotie tot de overledene en het inroepen van zijn hulp te propageren. Plaatjes en prentjes kunnen worden gedrukt en gelovigen worden aangespoord om te bidden voor de voorspraak en gebedsverhoring met hopelijk een wonder. De drie laatste stappen (de Apostolische fase) vinden plaats in Rome, waar de historische feiten en de deugden van de Dienaar Gods worden onderzocht. Een wonder dient door een kerkelijke rechtbank te worden aangetoond, en dan weer bevestigd in Rome. Als het gaat om een fysieke of lichamelijke genezing, dan worden er in de rechtbank artsen bijgehaald, die ondervraagd worden op hun kennis rond het bijzondere dat gebeurd is. Die artsen dienen naar hun kennis en weten weergeven van wat ze er van denken. Als de artsen verklaren dat zij met hun kennis buiten het spel staan en niet weten wat er gebeurd is, dan kan de Kerk zeggen dat de genade Gods op voorspraak van de candidaat doel heeft getroffen.

Herdenkingen, lezingen, artikelen en boeken

Na de dood van Alphons Ariëns worden overal in het land herdenkingen gehouden. Het meest in de kringen die voortgekomen zijn uit zijn werken: de katholieke arbeidersbeweging, de katholieke matigheidsbeweging Sobriëtas, de Kruis- en Mariaverbonden, de katholieke vrouwenbeweging, het Geert Grote Genootschap, de Dr. Ariëns vereniging voor de verpleging van alcoholisten, Concordia levensverzekering, woningbouwvereniging, het Wit-Gele Kruis, enz.. Deze katholieke organisaties heeft Ariëns opgericht en in de lokale afdelingen herdenken zij de stichter. Op Allerzielen (2 november) 1928 wordt zijn graf behalve door parochianen ook door mensen van elders uit het land bezocht en dit wordt in volgende jaren een traditie. Rond zijn sterfdag van 7 augustus komt het Ariëns-Comité bij elkaar en bezoekt na deelname aan de Hl Mis het graf en zo ontstaat een traditie, die negentig jaar later nog steeds gaande is. Tijdens de vele herdenkingen, die in het land gehouden worden, spreken allerlei mensen en de naam en faam van Alphons Ariëns doen de ronde. De lezingen komen in artikelen terecht of brochures. De artikelen en brochures leiden tot boeken. De meest indringende is de biografie ‘Alfons Ariëns’ van Prof. Gerard Brom, die eind 1941 verschijnt in twee delen van ongeveer 1.300 bladzijden. Het boek is daarna vaak gerecenseerd. Het valt op door de feitenkennis en het vele gebruik van de bronnen van Ariëns zelf, vooral van zijn talloze brieven. De wetenschappelijke waarde van de biografie is heel hoog, ook als bron voor het ontstaan van de vele katholieke organisaties. Er is ook kritiek op het boek. De kritiek is dat Brom als vereerder van Ariëns zijn hoofdpersoon altijd in een positieve rol neerzet en tegenstanders aan de kant schrijft. In die rol is Brom niet helemaal objectief, zoals wij dat nu zeggen. Maar als je dit eenmaal weet is het een heel mooi boek om te lezen. Er zijn in de loop van de tijd meer boeken over Ariëns verschenen. De meest recente boeken zijn die van Henri ten Have uit 2008 ‘De liefde van Christus laat ons geen rust. Een spirituele biografie van Alphons Ariëns’ en de promotie van Gerrit Deems uit 2011 ‘Een ‘andere’ Ariëns. De Doctrina Socialis van Dr. Alphons Ariëns (1860-1928)’. Het boek van Henri ten Have is mede door het Ariëns-Comité ondersteund ontstaan en is heel bijzonder omdat het een van de weinige biografieën is die ingaat op het spiritueel en theologisch denken van Ariëns. De promovendus Deems gaat ook in op de filosofie en theologie van Ariëns en zet hem neer in de context van zijn tijd. Ook dat is uniek. Alle andere biografieën hebben gemeen, dat ze een beetje wegwandelen van pastoraat, spiritualiteit en theologie en omschrijven waarom Ariëns als emancipator van het katholieke volksdeel zo belangrijk is geweest. De biografie van Henri ten Have is inmiddels voor ons werk vertaald in het Italiaans, als onderdeel van onze nieuwe in te dienen Positio.

Diocesaan proces

De voorzitter van het Ariëns Comité, Prof. Dr. L. Rogier, verzoekt de aartsbisschop van Utrecht Bernardus Alfrink op 7 februari 1956 met een suppliek een beatificatieproces (proces voor de zaligverklaring) van Alphons Ariëns aanhangig te maken. Het verzoekschrift is door talrijke instanties en organisaties uit de katholieke wereld ondertekend, alsmede door vele gelovigen van de parochies waar Ariëns gewerkt heeft, door bisschoppen en leiders van religieuze ordes en congregaties. Mede ter ondersteuning van het beatificatieproces wordt het Ariëns Comité op 28 juli 1958 omgezet in een stichting Het Ariëns-Comité. De start van het zaligverklaringsproces binnen dertig jaar na overlijden geschiedt tijdens de Ariënsdag op 3 augustus 1958 in de parochiekerk van Maarssen, waar de kerkelijke rechtbank onder voorzitterschap van Kardinaal B. Alfrink wordt geïnstalleerd. De opdracht voor de rechtbank is om op drievoudige manier documentatie te verzamelen en onderzoek te doen, te weten ‘super fama sanctitatis’ (over de heilige faam), ‘super non cultu’ (over de devotie door en voor het volk) en ‘super scriptis’ (over de geschriften). Pater Eleuterius Han Lohman o.f.m. wordt benoemd tot postulator. Het proces duurt zeven jaar en op Ariënsdag 1965 kan Kardinaal Alfrink de slotzitting van het proces doen en de postulator krijgt de opdracht de stukken naar Rome te brengen. Er gaat een aantal stevige hutkoffers met papieren naar Rome. U moet dan denken aan meer dan 3.500 brieven, meer dan 500 boekjes en brochures, tijdschriften van Ariëns, plus de notulen van de zittingen van de rechtbank en de verklaringen van alle getuigen. De stukken van het Proces zijn in het Latijn en het Italiaans vertaald.

Apostolisch Proces

De Apostolische fase van het proces wordt in Rome in 1958 geopend en gaat met verschillende stappen duren tot 1983. Advocaat Salvatore M. Vitale dient in oktober 1983 de gedrukte samenvattende ‘Positio super cause introductione’ inzake het zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns in bij de Sacra Congregatio pro Causis Sanctorum in Rome. Dit gebonden boek in rode band met gouden opdruk met Positio Numero 1061 draagt als volledige titel: Ultraiecten. Beatificationes et canonizationes Servi Dei Alfonsi M. Ariëns sacerdos saecularis tertii ordinis franciscalis sodalis (1860-1928). Het boek bevat alle tot dan toe gebruikte samenvattingen en stukken uit het apostolisch proces en deze zijn of in het Italiaans of in het Latijn opgesteld. 
En toen is er iets fout gegaan en het is achteraf niet goed te reconstrueren wat fout is gegaan. In Rome is een en ander formeel gewijzigd. In Nederland is begin jaren tachtig het klimaat over het nut van zaligverklaringsprocessen gewijzigd. Informatie uit Rome in 2005 leert dat er toen in 1983 een afsluitend kerkelijk Tribunaal gehouden had moeten worden in het aartsbisdom Utrecht, met een antwoord op de gemaakte vragen en opmerkingen uit Rome. Dat is om niet opgehelderde redenen niet gebeurd.

Tussenfase: nieuw biografisch verhaal over Ariëns

Wel is het een gegeven dat het Ariëns-Comité uit Rome verneemt dat in de bronnen voor de ‘Positio super cause introductione’ het biografisch verhaal van Alphons Ariëns mager is. 

Er blijkt behoefte aan een meer uitgeschreven biografie van Alphons Ariëns met een nadruk op de deugden die hij beoefend heeft en hoe Ariëns paste in de geschiedenis van zijn tijd. Tevens dient deze biografie onderbouwd te worden met documenten. De in 1987 tot vice-postulator benoemde Mgr.. Dr. J. de Kok Ofm heeft voor deze taak professor Dr. Abbink, docent kerkgeschiedenis van de Katholieke Theologische Hogeschool Utrecht benaderd. Professor Abbink heeft geen tijd om de gevraagde biografie te schrijven en Mgr. de Kok heeft nu zelf een biografie samengesteld over het leven van Ariëns en de betekenis van Ariëns voor zijn tijd. Mgr. De Kok heeft in het voorjaar van 1992 met relator Gumpel van de Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen in Rome gesproken en hem zijn biografie over Ariëns aangereikt van 12 pagina’s, die in het Italiaans vertaald zijn. Het stuk is daar besproken. Uit het gesprek is gebleken dat de Positio Causae Beatificationis et Canonizationis Servi Dei Alfonsi M. Ariëns opnieuw moet worden ingediend als een werkstuk, bestaande uit ten eerste een biografie, ten tweede de procestukken van de diocesane fase met de documenta van de verhoorde getuigen, ten derde de deugden van Alphons Ariëns en ten vierde documenta varia. Hetgeen nu als eerste ontbreekt is een goede biografie. Voor het maken van een op bronnen gebaseerde biografie Vita Documentata Alphons Ariëns wordt nu gedacht aan de heer Jan Roes, directeur van het Katholiek Documentatie Centrum Nijmegen, die de opdracht tot het maken van dit werkstuk heeft aanvaard.
Prof. Dr. Jan Roes, directeur van het Katholiek Documentatie Centrum en lid van het Ariëns-Comité, voltooit ten behoeve van het zaligverklaringsproces van Alphons Ariëns op A-4 formaat een ‘Vita Documentata Ariëns Priester, apostel van de menswaardige samenleving’ in drie delen. Het boek is gedateerd in de inleiding op 28 juli 1998. Vice-postulator bisschop J. de Kok Ofm hoort via kardinaal Simonis dat de tekst is afgerond en ingeleverd bij postulator Rector R.H.M. Smit te Rome. Het gaat om een werkstuk op A-4 formaat in drie delen. Band I ‘Vita Alphons Ariëns, 1860-1928’; Band II ‘Documentata Pionier van de katholieke arbeidersbeweging’, 1889-1901; Band III ‘Documentata Profeet van de emancipatie, 1901-1928’. Deze Vita Documentata wordt ondersteund door drie documentaire bijlagen: 1. ‘Inventaris en bibliografie van de Collectie Ariëns’ ; 2. ‘Ultraiecten. Beatificationis et Canonizationis Servi Dei Alfonsi M. Ariëns, sacerdotis saecularis Tertii Ordinis Franciscalis Sodalis (1860-1928), Positio super causae introductione’; 3. ‘Bronnen van de katholieke arbeidersbeweging in Nederland: toespraken, brieven en artikelen van Alphons Ariëns, 1887-1901’
Omdat alle teksten in het Nederlands zijn opgesteld wordt in opdracht van het aartsbisdom Utrecht en het Ariëns-Comité alsnog van Band I een Engelse vertaling gemaakt, evenals van de inhoudsopgaven en inleidingen van Band II en Band III. De documenten en artikelen van de banden II en III zijn niet vertaald. De drie banden zijn aanwezig in het archief Ariëns-Comité.
Kardinaal Simonis benoemt op 17 maart 2004 hulpbisschop J. de Kok ofm en prof dr. E.M.V.M. Honée, hoogleraar Kerkgeschiedenis Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, tot historische commissarissen in de causa Alphons Ariëns. De commissarissen krijgen tot taak de Engelse versie van het Vita Documentata, Father Ariëns: Apostle of the Humane Society, nauwgezet te bestuderen en te verzekeren dat de in de voetnoten vermelde literatuur de uitspraken van J. Roes in het boek rechtvaardigen. 
Op 25 mei 2004 verklaren de twee historische commissarissen hulpbisschop J. de Kok ofm en prof dr. E.M.V.M. Honée, hoogleraar Kerkgeschiedenis Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, dat zij de drie Volumes van de Engelse versie van het Vita Documentata, Father Ariëns: Apostle of the Humane Society uitvoerig bestudeerd hebben. Zij bevestigen dat prof. dr. J.H. Roes een nauwkeurig en getrouw beeld geeft van Alphons Ariëns. Zijn werk sluit aan bij eerder door anderen verzorgde publicaties en een door hem zelf bezorgde editie van de belangrijkste bronnen met betrekking tot leven en werk van Ariëns. Een aanzienlijk deel van deze eerder uitgegeven documenten is in de volumes 2 en 3 opgenomen. De Vita Documentata zijn geschreven vanuit de bronnen en bevatten geen beweringen die niet vanuit de bronnen gestaafd kunnen worden. De auteur maakt telkens een prudent onderscheid tussen hetgeen uit de bronnen blijkt en hetgeen uit de bronnen is te vermoeden. De commissarissen adviseren om de Vita Documentata breder te publiceren dan alleen binnen het proces van zaligverklaring.

Tweede diocesaan proces en opdracht herschrijven Positio

Na vooronderzoek door vicaris P. Rentinck is in 2005 een kerkelijke rechtbank geopend, die als taak had de fama sanctitatis van Alphons Ariëns te onderzoeken, ofwel vast te stellen dat er nog een levende devotie is. Dat onderzoek is in 2005 gehouden met elf nieuwe getuigen, die over hun devotie voor Ariëns verklaringen hebben afgelegd, en in 2006 is dit proces afgesloten, en zijn de stukken weer naar Rome overgebracht. 

Op grond van dit tweede diocesane proces ter zaligverklaring van Alphons Ariëns is door de Congregatie van de Zalig- en Heiligverklaringen verklaard dat de Causa is bevestigd en heropend. Daarna heeft het Ariëns-Comité vanuit Rome de opdracht gekregen de ‘Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsi Ariëns’ te herschrijven in het Italiaans met alle bronnen erbij en opnieuw in te dienen. Ook is de opdracht gegeven om de periode sinds het overlijden van priester Alphons Ariëns mee te nemen door onderzoek te doen naar de fama sanctitatis ofwel de roep om heiligheid. Ook is gevraagd om een hoofdstuk te besteden aan schriftelijke documenten van getuigen, die verklaren dat zij verhoord zijn in hun gebed op voorspraak van Alphons Ariëns (de fama signorum (de faam van tekenen). Met die taak is het Ariëns-Comité druk doende. Het laatste gaat om getuigen die verklaren dat hen iets bijzonders is gebeurd op voordracht van Alphons Ariëns, of een gebedsverhoring. In elke decade van onze geschiedenis hebben we getuigen van bijzondere tekenen. We hebben geen getuige van een wonder. Wel een getuigenis van een bijna wonder. Maar in de stukken van toen is er een medicus, die kon verklaren waarom er een genezing had plaatsgevonden, en als een medicus een verklaring kan geven, is er geen sprake van een bijzondere gebeurtenis op voorspraak van. Het getuigenis blijft wel opgenomen in onze fama signorum

Schrijven van een nieuwe Positio

Er is de afgelopen tien jaar gewekt aan het maken van een hernieuwde samenvattende Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns. Het schrijfwerk wordt verzorgd door Hub Crijns, vice-voorzitter van het Ariëns-Comité en Ronald Valk, tevens vertaler naar het Italiaans. De opdracht en toestemming voor Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns is in 2015 verleend en verkregen. Zie verder het Decreet van opening en voortzetting (dossier d.d. 23032006), het Decreet van geldigheid (casus d.d. 15022008) en de Benoeming van relator Kijas (d.d. 31032010), en de benoeming van de relator Szczepan (Stefan) Praskiewicz (d.d. 01022020). 
Het complete archief van Alphons Ariëns is door het Katholiek Documentatie Centrum in 2012 gedigitaliseerd. De belangrijke stukken van de documentatie van het diocesane proces 1958-1965 en de eerste apostolische fase 1967-1984 en het tweede diocesane proces zijn gedigitaliseerd. Ook nadien is voortgegaan met het digitaliseren van zoveel mogelijk bronnen. Het werken aan de verschillende onderdelen van de Positio is sterk bevorderd doordat de nationale Koninklijke bibliotheek vanaf 2018 is begonnen met het digitaliseren van kranten, tijdschriften en boeken

- Het eerste onderdeel, het Summarium Testimonium, de samenvatting van de getuigenverklaringen van het diocesane proces in de jaren 1958-1965 en van de kerkelijke rechtbank in 2005 is afgerond. Oud postulator Piet Rentinck heeft meegewerkt aan dit hoofdstuk met het benoemen van de deugden, die uit de getuigenverklaringen blijken. Relator pater Kijas heeft in 2016 met dit deel ingestemd.
- Het tweede onderdeel is de Biographia ex documentis. Na overleg met de relator pater Z. Kijas en de postulator dhr. W. Hilgeman is gekozen voor de biografie van pastoor Henri ten Have, ‘De liefde van Christus laat ons geen rust. Een spirituele biografie van Alphons Ariëns’ (Valkhof Pers Nijmegen 2008). De Italiaanse versie L’amore di Cristo ci spinge. Una biografia spirituale di Alfons Ariens’ verscheen in maart 2017 bij uitgeverij Editrice Effata’ uit Cantalupa.
- Het derde onderdeel van de Positio heeft betrekking op het eerste deel van de biografie van Ten Have. De noten hiervan werden expliciet onderbouwd met een beschrijving, contextduiding, citaat en bronvermelding, en daarna met een vertaling in het Italiaans. Ook dit onderdeel is in 2018 afgerond. Deze Bronnenlijst of Vita documentata is toegevoegd aan het Summarium Documentorum.
- Het vierde onderdeel is een herzien hoofdstuk over de deugden van Alphons Ariëns, Capitolo Virtù del Servo di Dio Alphons Ariëns. De heer Ronald Valk heeft dit onderdeel geschreven met gebruikmaking van de teksten uit de Positio van 1983 en in overleg met vice-postulator Henri ten Have. Op 10 maart 2018 heeft relator Kijas laten weten dat hij instemt met dit hoofdstuk.
- Een vijfde onderdeel heeft betrekking op de Fama Signorum, de faam van de tekenen (= gebedsverhoringen e.d., signalen dat Ariëns in het hiernamaals onze voorspreker is). Voor elke tien jaar van de ruim negentig jaar sinds het overlijden van Alphons Ariëns zijn getuigenverklaringen en bronnen van bijzondere tekenen verzameld. Niet alleen zijn oudere gebedsverhoringen opnieuw beschreven, er kwamen de laatste jaren ook nieuwe getuigenissen binnen van als authentiek ervaren gebedsverhoringen. En er blijken in de jaren dertig en vijftig kleine dankadvertenties geplaatst te zijn in vooral landelijke dagbladen voor verkregen verhoren van gebed of voorspraak. De onderliggende bronnen zijn toegevoegd aan het Summarium Documentorum). Het Ariëns Comité blijft oproepen tot nieuwe getuigenissen van gebedsverhoring op voorspraak van Ariëns. 

- Als zesde onderdeel is een nieuw hoofdstuk toegevoegd over de Fama Sanctitatis, (de faam van heiligheid), waarbij de historie van de devotie rond Alphons Ariëns in beeld wordt gebracht op basis van vooral publieke bronnen (faam bij leven, rond overlijden en na overlijden). Dit onderzoek, door de heer Hub Crijns in 2015 gestart, is in de afgelopen jaren intensief voortgezet. Er werd een groot aantal bronnen in kaart gebracht met hulp van o.a. het digitale archief van de nationale bibliotheek en het eigen Ariëns Comité archief. De in kaart gebrachte bronnen zijn verzameld in een bronnenboek ‘Herdenking van Alphons Ariëns sinds 1928’, dat in 2024 bestaat in de versie ‘Herdenking van Alphons Ariëns sinds 1928-s’.

Het manier van werken aan het samenvattende hoofdstuk van de fama sanctitatis met de onderliggende bronnen (die toegevoegd worden aan het Summarium Documentorum) is in de zomer van 2018 door relator Kijas goedgekeurd. In de loop van 2019 is een voorbeeld van de eerste vijf jaar aan hem voorgelegd en zijn op- en aanmerkingen zijn verwerkt in de werkwijze.

Het schrijfwerk aan het hoofdstuk fama sanctitatis is inmiddels gevorderd van 1928 tot zomer 1945. In dit hoofdstuk is het bijzondere dat elke vermelding in de hoofdtekst, bijvoorbeeld een herdenking rond de eerste sterfdag van Alphons Ariëns in Maarssen, wordt onderbouwd met een achterliggend document, verkregen uit externe publieke bronnen buiten het archief van het Ariëns-Comité. Alle teksten en toegevoegde documenten zijn vertaald in het Italiaans. Het onderzoek naar bronnen is inmiddels gevorderd tot heden. Het schrijfwerk na 1945 wordt medio 2024 voortgezet. De verwachting is dat dit omvangrijke boek in verschillende delen in 2026 kan worden ingediend in Rome. 

Veranderingen in personen en organisatoestructuur 
In maart 2020 heeft de Paus als nieuwe relator benoemd in de causa Alphons Ariëns padre Sczczepan Praskiewicz. Hij laat bij een bezoek van Mgr. Hoogenboom in september 2020 in Rome weten dat het Ariëns-Comité wat betreft het werk aan de Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns op de goede weg is. In de afgelopen jaren zijn er verdere contacten geweest met de relator.
Ingaande 5 juni 2022 is bij de inwerkingtreding van de apostolische constitutie Praedicate Evangelium de Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen gewijzigd in de Dicasterie voor de Heiligverklaringen als een bestuursorgaan van de Romeinse Curie. De op dezelfde datum opgeheven congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen werd in deze dicasterie geïncorporeerd. De prefect van de congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen, Marcello Semeraro, bleef aan als prefect van de dicasterie. 

Hoe gaat het proces verder?
Als het schrijf- en vertaalwerk aan de Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns is afgerond, dient het werkstuk door het Aartsbisdom Utrecht te worden ingediend bij de Dicasterie voor de Heiligverklaringen. Daartoe dient het Aartsbisdom een kerkelijke rechtbank te openen, die de stukken van de Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns formeel benoemd en vaststelt, en er een documentenpakket van maakt, dat overgebracht gaat worden naar de Dicasterie voor de Heiligverklaringen. Na indiening geeft de Dicasterie voor de Heiligverklaringen een Decreet uit voor de in ontvangstneming van de Positio super vita, virtutibus et fama sanctitatis Alphonsis Ariëns. Met deze overdracht en in ontvangstname is de tweede diocesane fase van het zaligverklaringsproces afgerond.
Daarna ontstaat een tweede apostolische fase, waarin de Dicasterie voor de Heiligverklaringen samenwerkt met het Aartsbisdom Utrecht. Er worden vervolgens twee formele commissies samengesteld, die de opdracht krijgen het ingeleverde werk nogmaals inhoudelijk door te nemen. Een historische commissie let vooral of de geschiedkundige feiten goed verwerkt zijn. Een theologische commissie let of de theologische, ethische en spirituele gegevens goed verwerkt zijn. Als de beide commissies hun oordeel hebben ingeleverd, komt er een Decreet, waarmee de gehele documentenfase van het zaligverklaringsproces formeel wordt afgerond. De voorgedragen persoon is dan in ieder geval een Eerbiedwaardige Dienaar Gods geworden.
Mocht er uit de ingediende casus voldoende redenen voortkomen voor het uitroepen van een zaligheid, dan wordt daartoe door de Dicasterie voor de Heiligverklaringen een Decreet overhandigd aan de Paus. Die kan dan de persoon verheffen tot zalige en de Paus doet dat altijd met een publieke boodschap op het Sint Pietersplein.
Het kan zijn dat het schriftelijk dossier, de aangedragen getuigen van verhoring van gebeden of voorspraken door Alphons Ariëns (de fama signorum), en de getuigen over de heilige roep van Alphpns Ariëns (de fama sanctitatis) niet genoeg zijn voor een verheffing tot zalige. Dan is het nodig dat er tenminste een gebedsverhoring van een voorspraak nodig is, die als bijzondere gebeurtenis of werking van de Genade Gods op voorspraak van de aanstaande zalige verkregen is. Een wonder dus. Een wonder wordt vastgesteld door een kerkelijke rechtbank, die de getuigen hoort en als er sprake is van bijzondere gebeurtenis in de zin van genezing van ziekte of andere kwalen, dient de kerkelijke rechtbank tenminste drie betrokken medewerkers uit de medische wereld te horen. Als zij verklaren dat zij met hun kennis geen verklaring hebben voor de bijzondere gebeurtenis, dan kan de Kerk het oordeel geven dat hier de Genade Gods actief is geweest op voorspraak van de aanstaande zalige. Het oordeel van zo’n kerkelijke rechtbank over een dergelijke bijzondere gebeurtenis, leidt altijd tot een zaligverklaring. Voor een heiligverklaring is een volgend wonder nodig, ofwel bijzondere gebeurtenis op voorspraak van de betreffende zalige.

Tenslotte
Het werken aan de zaligverklaring van Alphons Ariëns lijkt soms op een gebed zonder einde. Soms lijkt het ook wel alsof Ariëns zelf er geen zin in heeft. Maar voor ons blijft gelden: hetgeen door Ruijs de Beerenbrouck en zijn generatie begonnen is, zullen wij voortzetten en volbrengen.

www.arienscomite.nl
icon1